De stem van Gus Pleines was jarenlang bepalend voor het geluid van de legendarische Bintangs. Maar binnen de band deed hij zelden een mond open.

Hij was de jongste in de band. De anderen waren al twintigers, maar Gus Pleines zat nog op school – op het keurige Coornhertlyceum in Haarlem, waar hij HBS-A deed. Pleines kwam mee naar een bandrepetitie met de toenmalige drummer, Peter de Leeuwe. Gus Pleines zat zelf ook al in een bandje, maar wilde de Bintangs weleens van dichtbij horen en zien. Die waren toen al aardig beroemd.

Vanaf het moment dat Gus Pleines een microfoon pakte en begon te zingen, gebeurde er iets. Die jongen, die had ’het’. Zo jong als hij was wist hij de Engelse manier van doen, het voorbeeld voor alle Nederlandse bands, na te doen. Hij maakte uithalen zoals Mick Jagger ze maakte – hij trok klinkers uit. Een natuurtalent. Een week later gingen de Bintangs naar dat eigen bandje van die jonge jongen luisteren en besloten: Gus Pleines moet bij ons komen, als hij wil. Gelukkig wilde hij wel.

Op dat moment waren de Bintangs zo’n vijf jaar oud. De naam Bintangs was Indisch – een erfenis uit de tijd dat de grondleggers, Frank en Arti Kraaijeveld en Meine Fernhout, Indische jongens in de band vroegen. Want Indische jongens, die hadden ’het’ ook. Ze speelden beter gitaar, ze hadden betere gitaren, ze kenden meer nummers en hadden meer platen dan Nederlandse jongens. Die Indische jongens kenden Maleis en zeiden dat bintang betekent ’degene die opvalt’ of ’ster’. Zo kwam de band aan zijn naam.

Die Indische naam bleef, maar er zaten geen Indische jongens meer in de band. Het repertoire was veranderd, ruiger geworden. De Bintangs gingen door het leven als ’De Bintangs uit Beverwijk’. Dat allitereerde lekker, al klopte het eigenlijk niet. Ze repeteerden inderdaad in een kelder in Beverwijk, de gemeente boven het Noordzeekanaal waar zo ongeveer alle mannen bij Hoogovens werkten. Maar de grondleggers kwamen uit het veel welvarender gebied ten zuiden van het kanaal. De Kraaijevelds kwamen uit Santpoort, Gus Pleines zelfs helemaal uit het nogal burgerlijke Heemstede.

Er was iets merkwaardigs aan Gus. Op het podium was hij een theaterpersoonlijkheid, maar voor en na het optreden hoorde of zag je hem eigenlijk niet meer. Het was alsof hij een metamorfose onderging als hij een podium betrad. Zo extravert en aanwezig als hij op het podium was, zo stil en teruggetrokken was hij erbuiten. Op weg naar en van een optreden zat hij altijd zwijgend achterin. De anderen praatten volop met elkaar, maar Gus Pleines zei geen woord. Dat was geen onvriendelijke of bokkige stilte, het was hoe hij was. Van zijn privéleven wisten zijn collega’s ook nagenoeg niets – behalve dingen die je kon merken. Zoals, dat hij ’s nachts leefde en overdag sliep.

Wereldberoemd zijn de Bintangs nooit geworden – of het zou in de regio IJmond moeten zijn, waar fans, om hun aanhankelijkheid te betuigen, in grote letters, en met gevaar voor eigen leven, overal in reuzenletters ’Bintangs’ op schilderden. Op de zijkant van het hotelschip in de haven van Hoogovens, waar de staalgigant zijn Italiaanse gastarbeiders te slapen legde. Of op de gashouder van Beverwijk.

Een fenomeen werden de Bintangs wel. Dankzij de stem van Gus Pleines, en hun ruige rhythm and blues, werden zij vaak de Nederlandse Rolling Stones genoemd. Daarnaast genieten de Bintangs een zekere faam doordat ze in de ruim 45 jaar van hun bestaan veel personeelswisselingen meemaakten, die hun fans minutieus in kaart brachten. Tot 2001 zijn er maar liefst veertig verschillende bezettingen geweest. ’De Bintangs zijn net een melkgebit: ze wisselen voortdurend’, werd er dan gegrapt.

Maar Gus Pleines was een blijver. Hij kwam in 1966 en was de leadzanger van de bescheiden hits die de band in de jaren daarna maakte. Zoals ’Ridin’ on the L & N’, dat in oktober 1969 nummer 12 in de top-40 werd, net onder ’Little Green Bag’ van de George Baker Selection. En zoals ’Travelling in the USA’, dat in 1970 op nummer 9 terechtkwam. Het scherpe stemgeluid van leadzanger Gus Pleines, met daarboven de hogere, rauwere tweede stem van Frank Kraaijeveld, dat bepaalde het Bintangs-geluid.

Gus Pleines bleef toen de band geen hits meer boekte, maar nog steeds een begrip was in het optreed-circuit. Dat waren jaren dat je als bandlid, als je tenminste sober leefde, net geen bijbaan nodig had om te bestaan. Tussen de bedrijven door studeerde hij psychologie. Die studie heeft hij nooit afgemaakt: hij stopte vlak voor het doctoraal.

Naarmate het aantal optredens afnam – destijds drie, vier per week; tegenwoordig twee, drie per maand – moest je zorgen dat je ofwel een bijbaan, ofwel een uitkering kreeg. Maar Gus had geen van beide. Zijn echtgenote vulde het inkomen aan en met de wereld van de uitkeringen wilde hij niks te maken hebben. Zoals hij muzikaal rechtlijnig was, alleen maar van rhythm and blues hield en nergens anders van, zo was hij ook maatschappelijk rechtlijnig. Voor zover hij buiten de Bintangs iets deed, waren dat muzikale uitstapjes. Hij speelde wat mondorgel op een LP van Rob de Nijs, of hij zong jingles in voor Veronica.

Tweemaal zijn de Bintangs gestopt en na een tijdje toch weer begonnen. De eerste keer, in 1973, duurde die stop een paar maanden. De oude kern van de band was aan het eind van z’n latijn omdat de grote roem uitbleef. Een jongere garde ging er toen met de naam ’Bintangs’ vandoor. De tweede keer was in 1985, toen de band stopte met een grote afscheidshappening in het Amsterdamse Paradiso. Toen duurde de radiostilte vier jaar.

In 1989 begonnen de Bintangs opnieuw – en natuurlijk was Gus Pleines erbij. Maar het viel hem gaandeweg wel zwaarder. Je kon merken dat het leven als popmusicus hem onderhand tegenstond. Gedoe met managers en platenfirma’s, het was hem gaan ergeren. En al zei hij er nooit een woord over, af en toe kon je merken dat het ook fysiek zwaar werd. Soms snakte hij op het podium naar adem. In 2003 kwam hij in het ziekenhuis terecht met longproblemen. Een tijdlang zegde de band alle optredens af. Een paar maanden later hakte Pleines de knoop door en verliet de band. De Bintangs gingen verder met een andere leadzanger. Contact hadden ze niet meer. Maar toen de bandleden hoorden van Pleines’ overlijden herinnerden ze zich opeens een biografisch feit: Gus Pleines’ vader was ooit overleden op dezelfde leeftijd, aan dezelfde aandoening.

Gus Pleines, geboren op 27 september 1948 in Bandoeng, overleed in Haarlem op 28 maart 2007. Hij is begraven op de Algemene begraafplaats te Heemstede.